De Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen – wat verandert er?

28 / 01 / 2020

Als de voorgenomen planning wordt aangehouden, treedt op 1 januari 2021 de Wet Kwaliteitsborging voor het Bouwen in werking.

Wat kan die nieuwe wet betekenen voor de standaarden van Ketenstandaard en in het bijzonder voor bestekken van STABU? Evelien Bruggeman, directeur IBR, heeft het voor ons samengevat.

Wat houdt de wet in?

De Wet Kwaliteitsborging heeft primair tot doel de bouwkwaliteit te verbeteren. Om dat te bewerkstelligen wordt zowel een grote stelselwijziging voorgesteld, alsook een daarmee samenhangende wijziging van het Burgerlijk Wetboek. Kort door de bocht wordt het gemeentelijk toezicht op de naleving van het Bouwbesluit vervangen door een stelsel van private kwaliteitsborging.

Hoe gaat de stelselwijziging er uit zien?

Met de ingrijpende stelselwijziging wordt een geheel nieuw systeem van kwaliteitsborging ingevoerd waarbij (samengevat) de aannemer in beginsel zelf verantwoordelijk is voor de door hem te realiseren kwaliteit, maar een onafhankelijke kwaliteitsborger controleert vervolgens het werk van de aannemer. De intensiteit van de controlewerkzaamheden van de kwaliteitsborger hangt mede af van de wijze waarop de aannemer zelf zijn kwaliteitsborging intern heeft geregeld.

Instrument van kwaliteitsborging

De borger voert zijn borgingsproces uit met behulp van een zogenaamd instrument van kwaliteitsborging. Samengevat is dat een werkmethode of werkproces dat hij gebruikt om de kwaliteit van het bouwwerk van de aannemer te controleren. Een instrumentaanbieder kan deze instrumenten van kwaliteitsborging zelf ontwikkelen, maar deze moeten wel door de zogenaamde toelatingsorganisatie (een ZBO) eerst worden goedgekeurd. Daarna kunnen de instrumentaanbieders aan kwaliteitsborgers de bevoegdheid verlenen de goedgekeurde instrumenten toe te gaan passen.

De bedoeling is dat de kwaliteitsborger bij oplevering van het bouwwerk een verklaring kan afgeven waarin staat dat hij een ‘redelijk vermoeden heeft’ dat het gebouwde aan de eisen van het Bouwbesluit voldoet.

Wat gaat er wijzigen in het BW?

In aanvulling op de wijziging van het stelsel wordt een wijziging van het Burgerlijk Wetboek (BW) voorgesteld die de positie van de opdrachtgever in de bouw moet te verbeteren. De voornaamste gedachte hierachter is dat de aannemer hierdoor meer zal worden gestimuleerd om goede kwaliteit te leveren. Er zijn in totaal vijf wijzigingen van het BW voorgesteld, waarvan er drie van belang zijn voor de UAV-gebruiker.

Niet ontdekte gebreken

De meest ingrijpende wijziging betreft het aanpassen van art. 7:758 BW. Met behulp van een nieuw in te voegen lid 4 wordt bij aanneming van bouwwerken de aansprakelijkheid van de aannemer voor bij oplevering ‘niet ontdekte’ gebreken aangepast. Dit deel van het voorstel heeft tot de meeste kritiek geleid. Het is nog even afwachten óf en zo ja hoe deze wijziging word meegenomen in de UAV 2012.

Waarschuwingsplicht

De tweede wijziging betreft een aanvulling op de waarschuwingsplicht van art. 7:754 BW. Kort samengevat zal de aannemer bij doorvoeren van deze wijzing in het vervolg schriftelijk moeten waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht. De bepaling is van dwingend recht voor consumenten, maar er kan voor professionele opdrachtgevers van worden afgeweken.

Opleverdossier

De laatste wijzing betreft de invoering van een nieuw artikel, art. 7:757a BW. Hierin wordt aannemer verplicht bij oplevering een dossier aan de opdrachtgever te geven waarin hij informatie over het bouwwerk opneemt. Deze bepaling is (ook) niet van dwingend recht, partijen kunnen dus overeen komen dat geen opleverdossier wordt geleverd. Ook hier is het afwachten of de UAV iets gaat regelen met betrekking tot het dossier. Het is bijvoorbeeld ook goed denkbaar dat de inhoud van het dossier in het bestek wordt uitgewerkt.

Wat zijn de gevolgen van deze wet voor de inhoud van het bestek?

Wat er als gevolg van deze wet aan de bestekken moet worden gewijzigd is nog even de vraag. Dat is allereerst, zoals hiervoor reeds opgemerkt, afhankelijk van de wijzigingen die een nieuwe UAV zal bevatten. Pas dan is te bepalen waar de bestekken moeten afwijken of aanvullen op die nieuwe UAV. Het ligt het meest voor de hand dat de aansprakelijkheid, de waarschuwingsplicht en het opleverdossier in de UAV worden meegenomen. Dat geldt ook voor de rol van de kwaliteitsborger; de aannemer moet hem gedogen op het werk, van informatie voorzien, en in sommige gevallen ook contracteren. Hoe dat in de contractuele relatie tussen partijen wordt vormgegeven is nog even afwachten. Ook is denkbaar dat de rol en bevoegdheden van de directie in het licht van het nieuwe systeem, moeten worden aangepast.

Het is dus nog even wachten hoe dit alles gaat uitpakken komend jaar.

Delen

Volg ons op LinkedIn

Word lid van onze groeiende community voor bedrijven in de Bouw en Techniek.

Benieuwd wie wij zijn, waar we werken, wat we doen en wie onze deelnemers en partners zijn?